HET VERHAAL VAN EEN AUTHENTIEKE AUSTRALISCHE LABRADOODLE

Mensen en honden bestaan al duizenden jaren naast elkaar. Dankzij deze unieke relatie heeft de mens geleerd de hond voor verschillende doeleinden te gebruiken. Specifieke rassen zijn ontstaan door: selectief fokken en honden trainen om specifieke taken uit te voeren.

De mens heeft opzettelijk de nakomelingen van de hond beïnvloed door selectief te fokken. Aanvankelijk waren er veel kruisingen van verschillende soorten honden. Soms hing de keuze van een individu om door te fokken af van zijn specifieke uiterlijk, soms waren zijn specifieke, wenselijke eigenschappen belangrijk.
Door selectief fokken zijn er in de vorige eeuw vele hondenrassen ontstaan. Naast traditionele taken als het bewaken van de kudde, het bewaken of inzetten van een jachthond (etc.) kregen honden in de vorige eeuw ook nieuwe taken, zoals bijvoorbeeld de functie van blindengeleidehond (de eerste "hulphond" was een hond die een blinde helpt), en de hond is een zeer belangrijke en onvervangbare metgezel van de mens geworden.

De Labrador Retriever is niet alleen een uitstekende jachthond, hij is ook effectief gebleken als geleidehond voor blinden. Zeer weinig mensen weten dat de Australian Blind Organization in Australië (Royal Victorian Guide Dogs Association) kruisingsexperimenten heeft uitgevoerd. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw vond het eerste experiment plaats van het combineren van de intelligentie van de poedel en de nieuwsgierigheid en "bereidheid om met een persoon samen te werken" van de Labrador Retriever.

De nakomelingen uit deze kruising waren in eerste instantie makkelijk te fokken en makkelijk te trainen. Sommige honden verharen niet en geven geen karakteristieke hondengeur af. De positieve eigenschappen van deze kruising werden toen echter niet gebruikt voor verder onderzoek. Het experiment werd pas in 1989 herhaald, toen de Royal Victorian Guide Dogs Association een zeer serieus verzoek ontving voor een geleidehond die geen allergische reacties zou veroorzaken bij de echtgenoot van de blinde vrouw. Wally Conron, een fokker die lid is van deze organisatie, besloot het paren van honden van deze twee rassen te herhalen. Voor de fokkerij koos hij een grote witte poedel en de beste Labrador Retriever teef. Er is een nest van drie pups geboren. Na uitgebreid onderzoek bleek dat slechts één van hen voldeed aan de gestelde voorwaarden (de vacht veroorzaakte geen allergische reacties bij de man van de vrouw), hoewel de pup aan het verharen was! De hond kreeg de naam Sultan en werd met succes opgeleid tot hulphond.

Dit succes werd breed uitgemeten door de Australische pers. Wally Conron noemde de hond Labradoodle. Dankzij deze publiciteit werd Labradoodle enorm populair. Wally Conron herhaalde de associatie nog een paar keer. Tijdens een interview met Readers Digest gaf hij toe dat ondanks intensieve training de meeste van deze honden een moeilijk ("koppig") karakter hadden, en daarom stopte hij met het voortzetten van zijn fokprogramma.

Het geroezemoes rond Labradoodles heeft ze erg populair gemaakt en van de ene op de andere dag een van de meest gewilde hybride rassen. Twee Australische fokkers, Beverley Manners (Rutland Manor) en haar dochter Angela Cunningham (Angela Rutland Manners) (Tegan Park) hebben het overgenomen om verder te werken aan de ontwikkeling van de Labradoodle.
Ze kochten hun eerste fokhonden van een fokker genaamd Don Evans, die naast Labradoodles ook honden van andere rassen fokte. Om deze reden vermoedde Angela Cunningam dat sommige van deze Labradoodles Afghaans bloed hadden. Dit zou een aantal onderscheidende eigenschappen in verschillende lijnen van de echte Australian Labradoodle verklaren.

Moeder en dochter wilden een optimale gezinshond creëren met de volgende eigenschappen:
– zijn vacht zou geen allergische reacties veroorzaken,
- gemakkelijk te trainen
– zou een natuurlijke wens hebben om met mensen te werken, wat hem een uitstekende hulphond zou maken.

Kortom, het nieuwe ras zou, net als alle bestaande, voor een specifiek doel worden gecreëerd. Met deze visie gingen beide vrouwen aan de slag om een nieuw ras te ontwikkelen.

De eerste kruisingen tussen Labradors en Poedels gaven verschillende resultaten wat betreft het type en de structuur van de vacht. Terugkruisen (met poedels) leverde niet de gewenste verbetering op en de nakomelingen van zulke honden hadden vaak een onstabiel karakter. Volgens de mede-makers waren deze honden erg hyperactief - wat op zijn beurt de ervaring met de eerste Wally Conron-kruisingen bevestigde.

Ondanks selectief fokken, kwamen de Pioneers niet af van wat zij beweren een "koppige" aard en de kwestie van hyperactiviteit te zijn. Na vele jaren werk bereikten ze positieve resultaten met een allergievriendelijke en niet-verharende vacht, maar ze realiseerden zich dat om het temperament te kalmeren en te verbeteren, het nodig zou zijn om een ander ras toe te dienen.

Beide fokkers hadden een beperkt aantal fokhonden. Dergelijke fokkerij brengt het gevaar met zich mee dat de genetische diversiteit wordt verminderd, wat beide fokkers en de toekomst van het ras in een genetische sloot zou leiden. Om dit te voorkomen en om het risico op mogelijke genetische ziekten te verkleinen, besloten de mede-makers om nog een infuus te nemen. Na lang wikken en wegen viel de keuze op de Ierse waterspaniël. Deze infusie bracht nieuwe kleuren met zich mee: zwart en bruin, en "temperde" het moeilijke karakter. Volgens de bewering van Beverley Manners (Rutland Manor), kwamen de eerste Labradoodles in verschillende crèmetinten en ter grootte van een grote poedel.

Omdat er behoefte was om de grootte van de Labradoodle te verkleinen, besloten de mede-scheppers van het ras dat ze voor de volgende dekkingen in plaats van de standaardpoedel de miniatuurpoedel zouden gebruiken. Ze bereikten echter niet de gewenste resultaten tot de infusie van bloed van de Engelse en Amerikaanse spaniël (wat resulteerde in een verkleining van de grootte van de hond). Deze infusies hadden ook het extra voordeel dat ze de genetische pool uitbreidden. Natuurlijk hebben de pioniers alleen excellente, gezonde en veelbelovende dieren gedekt.
Ze hebben de medium maat gekregen door een kleine Labradoodle te kruisen met een medium.

Na alle infusies gebruikten de pioniers alleen de beste vertegenwoordigers van het ras voor de fokkerij, terwijl de rest werd onderworpen aan sterilisatie/castratie. Dit is een behoorlijk hoge prijs, maar tegelijkertijd de enige (in dit geval) mogelijkheid om het fokproces en het proces van het creëren van een nieuw ras te beheersen. Door vroeg te castreren/steriliseren wordt de genetische basis echter kleiner, omdat de bijzonderheden van het individu die later in zijn ontwikkeling worden ontdekt, voor altijd verloren gaan.

De genetische pool bleef erg klein en het probleem werd nog erger toen de kweeklijnen van Rutland Manor en Tegan Park naar Australië en de VS begonnen te gaan. Om deze redenen, om nieuw bloed in bestaande foklijnen te introduceren, keerden de co-creators regelmatig terug naar terugkruising met poedels in de fokkerij. Helaas begon de vacht toen de textuur van de poedel te benaderen, en dit veroorzaakte problemen bij de verzorging. Deze situatie was een van de redenen waarom Beverley Manners besloot om nog een infuus te introduceren.

Na een grondige toetsing van alle voor- en nadelen was de keuze in 2004 definitief gemaakt. Beverley koos voor de originele lijnen van de Irish Soft Coated Wheaten Terrier (uitsluitend Ierse lijnen die zeer weinig Ierse fokkers hadden). Omdat Angela Cunningham (Tegan Park) de noodzaak van nog een infuus niet inzag, koos ze ervoor om niet aan dit project deel te nemen. De ervaring heeft geleerd dat de vacht van nakomelingen met de Irish Soft Coated Wheaten Terrier infusie in hun lijn veel gemakkelijker te verzorgen is.

Op een gegeven moment begon de invloed van de mede-oprichters van de Australian Labradoodle af te nemen. Het aantal nieuwe fokkers is flink toegenomen. Ze begonnen zich ook te verenigen in organisaties die tot doel hadden de ontwikkeling van het ras over te nemen en zijn nieuwe geschiedenis te creëren.

Het is dan ook onvermijdelijk dat er de komende decennia nieuwe soorten Australian Labradoodles zullen ontstaan.

De ALA (Australian Labradoodle Association), ALAA (Australian Labradoodle Association of America) inclusief IALA, de (International Australian Labradoodle Association), hebben geïntegreerde fokprogramma's.

Momenteel verklaren deze organisaties dat de Australian Labradoodle een kruising is tussen 3 rassen: Poedel, Labrador Retriever, Cocker Spaniel.
Helaas kan in dit geval de allergievriendelijke vacht van al deze "Australian Labradoodles" waarschijnlijk geen garantie zijn. In het nieuwe kwalificatiesysteem voor Labradoodle-types (vanaf 2009) staan deze organisaties niet alleen de eerste dekkingen (labrador + poedel) of infusies met Cocker Spaniel toe, maar identificeren ze ook verharende puppy's, terwijl ze het gebruik van dergelijke puppy's voor verdere fokkerij toestaan. Deze nieuwe "definitie" en fokprogramma's zullen verstrekkende gevolgen hebben.

Vanwege de grote populariteit van de Australian Labradoodle, begonnen veel pseudo-fokkers op grote schaal puppy's te "produceren". Helaas weten de meeste potentiële klanten niet of deze individuen de juiste stambomen en kenmerken hebben die typerend zijn voor Australian Labradoodles. Deze pseudo-fokkers verhogen ook slim de rang van hun "Labradoodles" (F1 - de eenvoudigste kruising tussen Labrador en Poedel) door ze te paren met individuen (Australian Labradoodles) met zeer goede, prestigieuze stambomen.

Gelukkig zijn er echter een handvol serieuze, toegewijde fokkers die de wortels van de authentieke Australian Labradoodle willen behouden. Deze fokkers zijn ervan overtuigd dat het ras voldoende gestabiliseerd is dat er geen behoefte is aan verdere infusies en verschillende kwalificatiesystemen van verschillende soorten Labradoodles (F1, F1B, F2 en andere generaties). Deze fokkers kijken zeer nauwkeurig naar de afstamming van hun fokhonden, kijken met een deskundig oog naar hun nakomelingen en zijn zeer selectief in hun fokpraktijken.

Uitstekend fokmateriaal van Rutland Manor en/of Tegan Park is over de hele wereld verspreid. Ondanks de moderne computerwereld kennen de meeste fokkers elkaar nauwelijks en weten ze ook niets van hun veestapel. Het is echter onvermijdelijk dat ze in de nabije toekomst genetisch materiaal met elkaar zullen moeten uitwisselen om niet in een genetische hoek te komen.

Dit is een van de redenen waarom Stichting ALFA-Europe in Nederland is opgericht. Door een organisatie op te richten voor de registratie van fokhonden onder zeer restrictieve regelgeving, heeft ALFA-Europe optimale voorwaarden gecreëerd voor het in stand houden van de oorspronkelijke foklijnen van Australian Labradoodles. Dit reglement legt onder meer de verplichting op om DNA-onderzoek uit te voeren bij alle fokhonden en hun nakomelingen. De noodzaak om DNA-testen uit te voeren op fokhonden en hun puppy's maakt de transparantie van de digitale database mogelijk.
Dit is de enige manier waarop de genen van niet-verharende, uitstekende gezondheid, allergievriendelijke vacht en intuïtieve aard van Australian Labradoodles voor de toekomst behouden blijven.

POLEN

De eerste authentieke Australian Labradoodle werd in 2008 vanuit Australië naar Polen gebracht door mevrouw Elżbieta Gajewska.
Op dit moment is de organisatie ALFA-Poland, die in Polen zal opereren, geregistreerd. Deze organisatie zal nauw samenwerken met ALFA-Europe.

Bron:
Kwartaal van de Poolse club van hondenrassen kynologie, 1/2012(31)

volgend bericht?

AUSTRALIAN LABRADOODLE RAS STANDAARD

KENMERKEN VAN HET RAS AUSTRALIAN LABRADOODLE ALGEMEEN UITERLIJK Tamelijk compact, evenwichtig en gracieus. Vrolijke, vriendelijke houding met een "intelligente" uitdrukking. Lichtvoetig, atletisch met een vriendelijk intuïtief karakter. MAAT- EN GEWICHTVERHOUDINGEN Algehele balans en...

WAAROM AUSTRALIAN LABRADOODLE?

Australian Labradoodle - een nieuw ras dat zeer snel aan populariteit won - vooral in de Verenigde Staten, waar het tegenwoordig nummer 3 is op de lijst van de meest populaire rassen. Vrijwel van de ene op de andere dag schoot het aantal Labradoodle-fokkers als paddenstoelen uit de grond na...

RAS STANDAARD

De rasstandaard is een patroon dat de ideale eigenschappen beschrijft: temperament en uiterlijk. En eigenlijk voldoen maar heel weinig honden volledig aan alle richtlijnen die in de rasstandaard staan. Ook de Australian Labradoodle is hier geen uitzondering. Authentiek...

volgend bericht? 

nl_NL